In de commerciële praktijk is het voor ondernemingen gebruikelijk om hun aansprakelijkheid te beperken of zelfs geheel uit te sluiten. Een dergelijke contractuele clausule – vaak aangeduid als exoneratiebeding – roept echter fundamentele vragen op. Mag een bedrijf zich altijd en onbeperkt onttrekken aan aansprakelijkheid, of zijn er grenzen die de wet en de rechtspraak stellen?
Het Nederlandse contractenrecht wordt beheerst door het beginsel van contractsvrijheid: partijen zijn in principe vrij om de inhoud van hun overeenkomst te bepalen. Daaruit volgt dat ondernemingen afspraken mogen maken over de verdeling van risico’s, inclusief het beperken of uitsluiten van aansprakelijkheid.
Hoewel contractsvrijheid het vertrekpunt is, is zij niet absoluut. Exoneratiebedingen kennen duidelijke grenzen die in de wet en rechtspraak zijn verankerd.
Volgens vaste rechtspraak kan een partij niet exonereren voor schade die het gevolg is van opzet of grove schuld. Een dergelijk beding zou in strijd zijn met de openbare orde en de goede zeden.
Daarnaast kan een contractueel beding buiten toepassing blijven indien dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit criterium biedt de rechter ruimte om exoneraties te toetsen in het licht van de aard van de overeenkomst, de positie van partijen en de ernst van de tekortkoming. Factoren en/of omstandigheden die een rol spelen zijn bijvoorbeeld de hoogte van de schade, de zwaarte van de schuld, de aard en inhoud van de overeenkomst en de wijze waarop het beding tot stand is gekomen. Indien over het beding helemaal niet is onderhandeld, is de kans aannemelijker dat het beding door de rechter terzijde wordt geschoven.
In de praktijk blijkt dat exoneraties vaker overeind blijven bij commerciële contracten tussen gelijkwaardige partijen dan bij consumenten. Een exoneratiebeding tussen twee ondernemende partijen wordt eerder in stand gelaten, omdat beide partijen geacht kunnen worden de risico’s te kennen en te aanvaarden. Bij consumentenovereenkomsten worden exoneratiebedingen sneller aangemerkt als onredelijk bezwarend. Consumenten worden als ‘zwakkere partij’ beschermd waardoor exoneratiebedingen strenger worden getoetst.
Het uitsluiten van aansprakelijkheid is juridisch toegestaan, maar de grenzen worden scherp bewaakt door de wet en de rechtspraak. In de praktijk betekent dit dat bedrijven exoneratiebedingen zorgvuldig moeten formuleren, transparant moeten zijn en rekening moeten houden met de positie van hun contractspartij.
Heeft u vragen met betrekking tot het uitsluiten van aansprakelijkheid of andere contractuele vraagstukken, neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 -560 22 00.
Artikel geschreven door: Beau van Hees