Wijziging hoofdverblijf kind: ‘kop of munt’? – volgens het Hof onaanvaardbaar

Wijziging hoofdverblijf kind: ‘kop of munt’? – volgens het Hof onaanvaardbaar

Rechter gooit een muntje op tijdens zitting

In deze zaak zijn ouders met elkaar gehuwd geweest en hebben zij een minderjarig kind dat geboren is in 2020. Beide ouders hebben het gezag over het kind. In het ouderschapsplan hebben ouders afgesproken dat het geen recht doet om het hoofdverblijf van het kind bij één van de ouders vast te stellen, omdat zij beiden een gelijkwaardige rol als ouder vervullen binnen het co-ouderschap. Op jaarbasis brengt het kind evenveel tijd door bij zijn moeder als bij zijn vader.

In eerste aanleg heeft de rechtbank Midden- Nederland de beslissing alwaar het hoofdverblijf van het kind komt te liggen en waar hij naar school zou gaan af laten hangen van het lot. De rechtbank en de Raad zijn van mening dat beide ouders evenveel kans hebben en in het verlengde daarvan heeft de rechtbank aangegeven dat de ouders tijdens de mondelinge behandeling de indruk hebben gegeven dat zij een dergelijke lotsbepaling als beslissing kunnen accepteren. Vervolgens heeft de rechter in het bijzijn van de griffier een muntje opgegooid om te bepalen in welke plaats het kind naar de basisschool gaat en bij welke ouder het kind het hoofdverblijf zal hebben. Het muntje heeft in het voordeel van vader beslist.

De moeder heeft vervolgens hier hoger beroep tegen ingesteld bij het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden en zij heeft verzocht tot schorsing van de uitvoerbaarheid van de uitspraak van de rechtbank, waarin het hoofdverblijf bij vader is bepaald en dat het kind naar de basisschool zal gaan in de woonplaats van vader.

Het gerechtshof oordeelt bij arrest d.d. 24 april 2025 dat het nemen van een beslissing over het hoofdverblijf van een kind op basis van een muntje opgooien volstrekt onaanvaardbaar is. Een dergelijke handelswijze past volgens het gerechtshof niet in het rechtssysteem waarin het belang van het kind altijd een eerste overweging dient te zijn.

De moeder is in haar gelijk gesteld, maar dat hielp haar helaas niet.

Het verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid van de uitspraak van de rechtbank door het gerechtshof (waarbij het hoofdverblijf van het kind bij vader was bepaald) wordt niet gehonoreerd, omdat het gerechtshof het in het belang van kind vindt om de huidige situatie voorlopig niet te wijzigen.

Bij vragen over wijziging van het hoofdverblijf van een minderjarige, staan wij u graag te woord. Neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde familierechtadvocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl of bel gerust via 045 560 2200. Wij helpen u graag.

Artikel geschreven door: mevrouw mr. Ploemen