Op 18 juli 2025 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de toepassing van de wettelijke indexering van alimentatiebedragen (ECLI:NL:HR:2025:1165). De uitspraak biedt helderheid over de vraag of de wettelijke indexering ook geldt voor alimentatiebedragen die verschuldigd zijn over periodes die liggen vóór de datum van de rechterlijke uitspraak. De Hoge Raad geeft uitleg over de automatische werking van artikel 1:402a BW. Artikel 1:402a BW bepaalt dat als iemand alimentatie moet betalen, het bedrag elk jaar per 1 januari wordt geïndexeerd.
Achtergrond van de zaak
De zaak betreft een voormalig echtpaar dat tussen 2005 en 2013 gehuwd was. In hoger beroep stelde het hof op 10 april 2024 de door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie opnieuw vast, met terugwerkende kracht vanaf 7 september 2022. De vrouw klaagde in cassatie dat het hof niets had bepaald over de wettelijke indexering per 1 januari 2023 en 1 januari 2024, terwijl partijen in hun echtscheidingsconvenant hadden afgesproken dat indexering van toepassing zou zijn.
De centrale vraag was of de wettelijke indexering automatisch geldt voor de periode tussen de ingangsdatum van de gewijzigde alimentatie (7 september 2022) en de datum van de uitspraak (10 april 2024).
Oordeel van de Hoge Raad
De Hoge Raad verduidelijkt dat de automatische indexering op grond van artikel 1:402a BW alleen geldt voor de periode ná de rechterlijke uitspraak waarin het alimentatiebedrag wordt vastgesteld of gewijzigd. Dit betekent dat, ook als een rechter een alimentatiebedrag met terugwerkende kracht vaststelt, de wettelijke indexering niet automatisch van toepassing is op de periode vóór de uitspraak.
Deze uitleg is gebaseerd op de systematiek van de wet: de indexering is gekoppeld aan een bestaand, vastgesteld bedrag. Zolang dat bedrag nog niet door de rechter is vastgesteld, kan er geen automatische indexering plaatsvinden.
Uitzonderingen en mogelijkheden
Hoewel de automatische werking van artikel 1:402a BW beperkt is tot de periode ná de uitspraak, biedt de Hoge Raad twee belangrijke mogelijkheden voor toepassing van indexering over eerdere periodes:
1. Op verzoek van een partij
Een partij kan expliciet verzoeken om toepassing van de indexering over de periode tussen de ingangsdatum van de alimentatie en de uitspraak. Voor dit verzoek moet een grondslag zijn. Die grondslag kan worden gevonden in een afspraak tussen partijen, bijvoorbeeld in een echtscheidingsconvenant, waarin indexering is overeengekomen. In dat geval kan de rechter de indexering alsnog toepassen over de eerdere periode.
2. Ambtshalve beoordeling door de rechter
De Hoge Raad bepaalt dat de rechter zich ambtshalve rekenschap moet geven van de gevolgen van (het ontbreken van) de indexering indien de ingangsdatum van de alimentatie valt vóór de datum van de uitspraak. De rechter mag deze gevolgen verdisconteren in de hoogte van het alimentatiebedrag over de periode vóór de uitspraak. Zo nodig moet hij partijen in de gelegenheid stellen zich hierover uit te laten.
Conclusie
De uitspraak van de Hoge Raad van 18 juli 2025 biedt duidelijkheid over de reikwijdte van de wettelijke indexering van alimentatie. Automatische toepassing is beperkt tot de periode ná de rechterlijke uitspraak, maar via verzoek of ambtshalve beoordeling kan indexering ook over eerdere periodes worden toegepast. Onze familierechtadvocaten zijn op de hoogte van de implicaties die de uitspraak heeft voor de praktijk. Zij kunnen u helpen bij:
Artikel geschreven door: Gabi Jongen