Werkt kapster op grond van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht?

Werkt kapster op grond van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht?

In een recente uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat er in een zaak sprake is van een arbeidsovereenkomst, in plaats van – zoals de wederpartij stelt – een overeenkomst van opdracht.

De werkneemster was sinds april 2023 vier dagen in de week werkzaam bij een kapsalon. Voor de werkzaamheden die zij verrichte, heeft zij betalingen ontvangen. Aanvankelijk was dit contant en vanaf 2024 kreeg zij dit op haar bankrekening gestort.

In januari 2024 hadden partijen met elkaar gesproken over het opstellen van een schriftelijke arbeidsovereenkomst. De wederpartij had destijds een concept arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd opgesteld, voor de duur van zeven maanden ingaand op 1 april 2024, tussentijds opzegbaar met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. Partijen hadden over deze arbeidsovereenkomst geen overeenstemming kunnen bereiken.

Eind mei 2024 had de moeder van werkneemster via WhatsApp aan de eigenaresse van de kapsalon verzocht om een schriftelijke arbeidsovereenkomst en loonstroken te verstrekken. Voorts had zij verzocht om duidelijkheid te verschaffen over vakantiegeld en vakantiedagen en tevens had zij de eigenaresse gewezen op de verplichtingen om loonheffing af te dragen. De eigenaresse had hierop geantwoord dat het aan de werkneemster de keuze was om al dan niet akkoord te gaan met de arbeidsovereenkomst vanaf januari 2024, op welk bedrag zij recht had en dat er pas sprake kon zijn van loonheffing vanaf het moment dat er sprake was van arbeidsovereenkomst. Tot het moment dat er overeenstemming was bereikt – en er dus een arbeidsovereenkomst was – was er sprake van werk op urenbasis als zzp-er, aldus de eigenaresse.

Begin juni 2024 had werkneemster zich ziekgemeld. De eigenaresse gaf hierop als antwoord dat zij dit als een opzegging van de arbeidsovereenkomst beschouwde. Dit is merkwaardig, gezien de eigenaresse het standpunt heeft ingenomen dat er sprake was van een overeenkomst van opdracht – en dus geen arbeidsovereenkomst-. De moeder van werkneemster heeft daarop aangegeven dat die vorm van opzegging niet rechtsgeldig was. De eigenaresse gaf vervolgens aan dat het haar verstandig leek om een gesprek te voeren. Diezelfde dag had de eigenaresse per WhatsApp meegedeeld dat zij de overeenkomst beëindigde per juli 2024.

De dag na het ontslag had de eigenaresse van de kapsalon meegedeeld dat het ontslag niet vanwege de ziekmelding is gegeven, maar omdat ze geluiden op de werkvloer zou hebben gehoord dat werkneemster het niet naar haar zin zou hebben.

Eind juni 2024 heeft werkneemster verzocht haar te bevestigen dat het ontslag als ingetrokken kan worden beschouwd, om haar in contact te brengen met een bedrijfsarts en heeft zij zich beschikbaar gesteld om te re-integreren. De eigenaresse heeft hierop geen reactie gegeven, zodat zij medio juli 2024 opnieuw is aangeschreven. Na meermaals geen gehoor te geven aan de verzoeken van werkneemster, zag zij zich genoodzaakt om een procedure aanhangig te maken.

Oordeel van de rechtbank

Op grond van artikel 7:610 BW is er sprake van een arbeidsovereenkomst zodra er een gezagsverhouding is, arbeid wordt verricht gedurende een zekere tijd en over die arbeid loon wordt ontvangen.

In deze zaak werkte de werkneemster vier dagen per week in de kapsalon van eigenaresse. Voor deze werkzaamheden kreeg werkneemster een uurloon. Bij een opdrachtovereenkomst is er veelal sprake van factureren op basis van gemaakte uren en een eigen uurtarief, zoals dat doorgaans werkt bij een zzp-er. Daarnaast heeft werkneemster zich niet in als ondernemer in het handelsregister laten inschrijven. Tot aan haar ziekmelding kon werkneemster niet zelfstandig werk verrichten, zij was namelijk nog in opleiding. Werkneemster had nog steeds begeleiding nodig van de eigenaresse om op een bepaald niveau te komen, zodat er sprake is van een gezagsverhouding.

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst met ingang van april 2023, aldus de rechtbank.

Het is van wezenlijk belang om een overeenkomst zodanig in te richten en te verwoorden, dat voor beide partijen niet valt te twisten over de aard en de inhoud van de overeenkomst. Daarnaast is de daadwerkelijke invulling van de overeenkomst van essentieel belang.

Heeft u vragen of wilt u een (arbeids)overeenkomst laten opstellen? Neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrechtadvocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl of bel gerust via 045 560 2200. Wij helpen u graag.