De Hoge Raad heeft zich uitgesproken over de vraag of een uitzendovereenkomst met uitzendbeding zondermeer eindigt in geval van ziekte van de uitzendkracht. Volgens de Hoge Raad kan een uitzendovereenkomst in een dergelijke situatie alleen eindigen als de inlener een daadwerkelijk verzoek doet tot beëindiging van de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht.
In de betreffende kwestie had een uitzendkracht zich naar aanleiding van een arbeidsongeval ziekgemeld bij het bedrijf waar hij werkzaam was. Als gevolg daarvan werd de uitzendovereenkomst tussen de inlener en de uitzendkracht direct beëindigd. Het bedrijf waar de uitzendkracht werkzaam was, baseerde deze beëindiging op een bepaling uit de cao voor uitzendkrachten. Dit betrof het uitzendbeding. Daarin wordt bepaald dat een uitzendovereenkomst in geval van arbeidsongeschiktheid of ziekte met onmiddellijke ingang van rechtswege wordt beëindigd. De uitzendkracht is echter van mening dat hij wordt beschermd door het opzegverbod bij ziekte. Volgens de uitzendkracht mag de uitzendovereenkomst niet zomaar worden beëindigd en bestaat er gedurende de arbeidsongeschiktheid recht op doorbetaling van het loon.
De kantonrechter stelde de werkgever in het gelijk. De werknemer ging vervolgens in hoger beroep en werd door het hof in het gelijk gesteld. Het uitzendbureau wenste duidelijkheid en ging in cassatie.
De Hoge Raad
De Hoge raad diende antwoord te geven op de vraag of het uitzendbeding, dat bepaalt dat een uitzendovereenkomst van rechtswege eindigt bij arbeidsongeschiktheid of ziekte, rechtsgeldig is.
Volgens De Hoge Raad is het uitzendbeding niet in strijd met het wettelijke stelsel van het ontslagrecht en het opzegverbod tijdens ziekte. Bij de beëindiging van de uitzendovereenkomst op grond van het uitzendbeding is namelijk geen sprake van opzegging, maar van een beëindiging van rechtswege. De terbeschikkingstelling van de uitzendkracht eindigt op verzoek van een derde waardoor er geen sprake is van een opzegverbod tijdens ziekte. Door de Hoge Raad wordt nadrukkelijk benoemd dat een uitzendovereenkomst in geval van arbeidsongeschiktheid enkel eindigt indien de inlener ook daadwerkelijk verzoekt tot beëindiging van de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht over te gaan.
Het dienstverband van een uitzendkracht die ziek wordt gedurende de uitzendovereenkomst eindigt aldus niet van rechtswege. De inlener dient de terbeschikkingstelling altijd schriftelijk te beëindigen.
Heeft u vragen met betrekking tot uw arbeidsovereenkomst of ontslag neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 – 560 22 00.