Op 2 juli 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin de uitleg en mogelijke aanvulling van een testament centraal stond. De casus werpt een licht op de juridische grenzen van testamentaire uitleg en de rol van de notaris bij het vastleggen van de wil van de erflater. De uitspraak (ECLI:NL:RBOBR:2025:3988) bevestigt dat de rechter slechts binnen strikte kaders mag afwijken van de letterlijke tekst van een testament.
Feiten en achtergrond
De erflater had een testament opgesteld waarin hij zijn echtgenote aanwees als enig erfgenaam indien hij vóór haar zou overlijden. Voor het geval hij gelijktijdig met haar of binnen 30 dagen na haar zou overlijden, wees hij eiseres aan als enig erfgenaam. In werkelijkheid overleed de erflater pas geruime tijd na zijn echtgenote. Voor die situatie was niets geregeld in het testament. Eiseres stelde dat zij desondanks als enig erfgenaam moest worden beschouwd, omdat dit volgens haar de werkelijke bedoeling van de erflater was. Zij beriep zich op uitlatingen van de erflater en stelde dat de notaris een fout had gemaakt door de situatie waarin de erflater ná zijn echtgenote zou overlijden, niet expliciet in het testament op te nemen.
De juridische kern: uitleg en aanvulling
De rechtbank moest beoordelen of het testament voor uitleg vatbaar was en/of moest worden aangevuld. Volgens artikel 4:46 lid 1 BW moet bij de uitleg van een uiterste wilsbeschikking worden gelet op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wenst te regelen en op de omstandigheden waaronder deze is gemaakt. Cruciaal is dat daden of verklaringen van de erflater buiten de uiterste wil slechts mogen worden gebruikt indien de tekst van het testament zonder die daden of verklaringen geen duidelijke zin heeft (4:46 lid 2 BW).
In dit geval oordeelde de rechtbank dat het testament wél een duidelijke zin had. De erflater had expliciet geregeld wat moest gebeuren bij overlijden vóór zijn echtgenote (dan zou de echtgenote erfgenaam zijn) en bij overlijden binnen 30 dagen na haar (dan zou eiseres erfgenaam zijn). Voor het geval hij later dan 30 dagen na zijn echtgenote zou overlijden, was niets geregeld. Volgens de rechtbank betekent dit dat het versterferfrecht van toepassing is: de wettelijke erfgenamen erven.
Een fout van de notaris?
Eiseres stelde dat de notaris had nagelaten om een passage op te nemen over de situatie waarin de erflater ná zijn echtgenote zou overlijden. Volgens haar had de notaris moeten doorvragen naar de exacte bedoeling van de erflater en dit ook moeten vastleggen. De rechtbank ging hier niet in mee. Er was geen bewijs dat de notaris daadwerkelijk een fout had gemaakt of dat de erflater expliciet had verzocht om deze situatie in het testament op te nemen. Er was daarom geen reden om het testament anders dan volgens de letterlijke tekst uit te leggen of aan te vullen.
De verwachtingen van eiseres
Eiseres beriep zich op haar langdurige zorg voor de erflater en diens uitlatingen dat zij ‘alles zou erven’. Hoewel de rechtbank erkent dat deze zorg bewonderenswaardig is, vormde dit geen juridisch bewijs van testamentaire bedoelingen. Ook dit was dus geen reden om af te wijken van het testament.
Geen ruimte voor aanvulling
De rechtbank benadrukte dat aanvulling van een testament slechts mogelijk is indien de uiterste wil een leemte bevat die niet door uitleg kan worden gedicht én indien voldoende duidelijk is wat de erflater dan in die situatie gewild zou hebben. In dit geval was de leemte juridisch ingevuld door het versterferfrecht, en was er onvoldoende bewijs van een afwijkende bedoeling van de erflater. Aanvulling was dus niet aan de orde.
Conclusie en betekenis voor de praktijk
De vordering van eiseres werd afgewezen. De rechtbank besloot tot compensatie van proceskosten vanwege de familierelatie tussen partijen.
Deze uitspraak onderstreept het belang van een duidelijke en volledige testamentaire vastlegging. De rechter kan slechts beperkt afwijken van de tekst van een testament, en alleen indien deze geen duidelijke zin heeft. Subjectieve verwachtingen, hoe begrijpelijk ook, bieden onvoldoende grond voor uitleg of aanvulling.