Relatiebeding ongeldig bij detacheren zzp'er?

Relatiebeding ongeldig bij detacheren zzp'er?

In artikel 9a lid 1 Waadi (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs) is neergelegd een algemeen verbod op belemmeringen voor de arbeidskracht en de inlener om samen tot een arbeidsovereenkomst – of een arbeidsverhouding in brede zin – te komen na afloop van de uitzending. In dit artikel gaan we in op de reikwijdte van het belemmeringsverbod en maken we een vertaalslag naar de praktijk.

Het belemmeringsverbod: artikel 9a Waadi
In artikel 9a lid 1 Waadi (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs) is neergelegd een algemeen verbod op belemmeringen voor de arbeidskracht en de inlener om samen tot een arbeidsovereenkomst – of een arbeidsverhouding in brede zin – te komen na afloop van de uitzending.

Reikwijdte van het belemmeringsverbod
Bedingen die het sluiten van een arbeidscontract tussen arbeidskracht en inlener na einde van de uitzending verhinderen of zelfs voorkomen, zijn dus nietig of kunnen door de rechter nietig worden verklaard. Het begrip “werknemer” is ruimer dan op het eerste gezicht lijkt, eronder vallen ook zelfstandigen. In 2017 heeft de Hoge Raad al overwogen dat het belemmeringsverbod ook van toepassing is in de situatie van de werknemer die na de uitzending als zzp’er aan de slag wil.[1] Maar geldt het belemmeringsverbod bij uitzendkrachten ook als de ter beschikking gestelde persoon een zzp’er is? De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit niet zondermeer zo is.[2]

Hoge Raad
De Hoge Raad geeft aan dat het belemmeringsverbod op dezelfde wijze moet worden uitgelegd als de Europese Uitzendrichtlijn.[3] Dat betekent dat in de Waadi niet meer is geregeld dan wat de Uitzendrichtlijn voorschrijft. Het begrip “arbeidskracht” moet dan ook Richtlijn-conform worden ingevuld: Dus als de persoon die:

  1. een werknemer is met een arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding met een uitzendbureau, wat inhoudt dat die persoon

    (i)  arbeid verricht en dus gedurende een bepaalde tijd voor en onder leiding van het uitzendbureau prestaties levert en in ruil daarvoor van het uitzendbureau een vergoeding ontvangt en
    (ii)  in de desbetreffende lidstaat wordt beschermd op grond van de arbeid die hij verricht

          om
     
  2. door het uitzendbureau ter beschikking te worden gesteld van een inlenende onderneming om daar onder toezicht en leiding van de inlenende onderneming tijdelijk werk te verrichten.

De vertaalslag naar de praktijk
B.V. A is actief op het gebied van arbeidsbemiddeling. Zij heeft als opdrachtgever een overeenkomst van opdracht gesloten met zzp’er B als opdrachtnemer. De opdracht strekt tot het verrichten van werkzaamheden door opdrachtnemer B bij onderneming C als inlener voor een periode van 26 weken. In de overeenkomst van opdracht is een relatiebeding opgenomen. Dit beding komt erop neer dat het B niet is toegestaan binnen 6 maanden na het einde van de overeenkomst te werken bij inlener C.

A heeft daarnaast als opdrachtnemer een overeenkomst gesloten met inlener C als opdrachtgever voor het verrichten van werkzaamheden door zzp’er B als zelfstandige. De centrale vraag die het Hof Arnhem-Leeuwarden in een door zzp’er B tegen A aangespannen zaak moet beoordelen is of A onrechtmatig heeft gehandeld door met een beroep op het relatiebeding haar indiensttreding bij onderneming C te verhinderen. Zzp’er B stelt dat het relatiebeding valt onder de werking van het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi.

Het Hof heeft allereerst gekeken naar de vraag of zzp’er B onder toezicht en leiding van inlener C heeft gewerkt. Het hof komt tot het oordeel dat niet is komen vast te staan dat zzp’er B onder toezicht en leiding van inlener C werkte.[4] Daarmee is niet voldaan aan één van de vereisten voor toepassing van het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi. Zzp’er B kan daarom niet gelijk worden gesteld met een uitzendkracht in de zin van dat artikel en de Richtlijn-conforme invulling hiervan door de Hoge Raad. Het relatiebeding is dus geldig.

Is niet voldaan aan de voorwaarde van werken onder toezicht en leiding van de inlener – dat is veelal aan de hand bij het detacheren van specialistische arbeidskrachten – dan is het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi niet van toepassing. Het relatiebeding van de gedetacheerde zzp’er is dan wel geldig.

Heeft u vragen of wilt u meer weten over uw rechten en plichten met betrekking tot detacheren? Neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl of bel gerust via 045 560 2200. Wij helpen u graag.

[1] HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:689

[2] HR 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:751

[3] Richtlijn 2008/104/EG

[4] Hof Arnhem-Leeuwaren 25 april 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3517