Vanaf 1 januari 2026 treedt de nieuwe uitzend-CAO in werking. Deze CAO loopt voor een periode van drie jaar en heeft tot doel meer duidelijkheid en bescherming te bieden aan flexwerkers. Het aanscherpen van de regels en het versterken van de positie van uitzendkrachten gaat gepaard met een aantal ingrijpende wijzigingen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste veranderingen en de punten die aandacht verdienen.
Gelijke arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten
Eén van deze belangrijke wijzigingen is dat uitzendkrachten vanaf 2026 aanspraak maken op arbeidsvoorwaarden die in waarde gelijk zijn aan die van werknemers die rechtstreeks bij de opdrachtgever in dienst zijn. Dit ziet niet alleen op het salaris, maar op het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden. Het is daarbij niet noodzakelijk dat ieder onderdeel één-op-één wordt gekopieerd, maar wel dat de totale optelsom van voorwaarden dezelfde waarde vertegenwoordigt.
Het vervallen van de inlenersbeloning
De bestaande inlenersbeloning, waarbij slechts op een beperkt aantal onderdelen dezelfde voorwaarden golden, vervalt volledig. Dit betekent dat de beloning en overige voorwaarden niet langer via een aparte regeling worden beoordeeld, maar aansluiten bij het gelijkwaardigheidsbeginsel. Hiermee wordt beoogd dat uitzendkrachten in dezelfde functie en onder dezelfde omstandigheden daadwerkelijk onder dezelfde waarde van arbeidsvoorwaarden vallen als werknemers die rechtstreeks bij de opdrachtgever in dienst zijn. Werkgevers zullen hierdoor hun interne arbeidsvoorwaarden goed in kaart moeten brengen om deze correct en consistent te kunnen toepassen.
Huidige CAO-regelingen vervallen
Met de invoering van de nieuwe CAO vervallen verschillende regelingen die specifiek voor uitzendkrachten golden. Zo verdwijnen de vaste aantallen vakantiedagen en de aparte vakantietoeslag uit de huidige CAO. Voortaan wordt volledig aangesloten bij de regelingen van de opdrachtgever. Ook de regels rondom ziekte en loondoorbetaling sluiten vanaf 2026 aan bij hetgeen binnen de organisatie gebruikelijk is. De verplichting voor uitzendbureaus om een vast percentage van het loon te besteden aan scholing en duurzame inzetbaarheid komt te vervallen. In plaats daarvan krijgen uitzendkrachten toegang tot de voorzieningen die binnen het bedrijf voor werknemers die rechtstreeks bij de opdrachtgever in dienst zijn bestaan.
Omdat sommige uitzendkrachten door deze wijzigingen op onderdelen achteruit zouden kunnen gaan, bijvoorbeeld als de regeling van de opdrachtgever minder gunstig uitvalt dan de huidige CAO-bepalingen, is een overgangsperiode van zes maanden opgenomen. Gedurende deze periode blijven voor de uitzendkracht de oude voorwaarden gelden.
Pensioenregeling
Naast deze wijzigingen wordt per 1 januari 2026 een nieuwe marktconforme pensioenregeling ingevoerd. Dit houdt in dat uitzendkrachten eerder starten met het opbouwen van pensioen en dat deze opbouw voortaan onder meer vergelijkbare voorwaarden plaatsvindt als voor werknemers die rechtstreeks bij de opdrachtgever in dienst zijn.
Al met al brengt de nieuwe uitzend-CAO dus aanzienlijke veranderingen met zich mee en heeft een grote impact op de inzet van flexibele arbeid. Werkgevers doen er verstandig aan tijdig te inventariseren welke gevolgen deze wijzigingen hebben voor hun organisatie, beloningsstructuur en contractafspraken met uitzendbureaus.
Heeft u vragen over wat deze nieuwe CAO voor uw situatie betekent of over de implementatie ervan binnen uw bedrijf? Neem gerust vrijblijvend contact met ons op via info@sijbenpartners.nl of 045-560 22 00. Wij helpen u graag verder.
Artikel geschreven door Danée Laumen