Nevenwerkzaamheden tijdens ziekte

Nevenwerkzaamheden tijdens ziekte

Een werkneemster verricht gedurende haar arbeidsongeschiktheid werkzaamheden voor een vergelijkbaar bedrijf als zzp’er. Wanneer haar werkgever dit ontdekt, wordt werkneemster op staande voet ontslagen. Wordt het verrichten van nevenwerkzaamheden tijdens ziekte aangemerkt als een dringende reden voor ontslag?

In de arbeidsovereenkomst van werkneemster staat onder meer vermeld dat werkneemster geen arbeid in loondienst voor derden mag verrichten zonder de expliciete toestemming van werkgever. Hetzelfde geldt voor het uitvoeren van zaken voor eigen rekening. Voorafgaande aan haar indiensttreding heeft werkneemster medegedeeld dat ze nevenwerkzaamheden verricht als docente bij een hogeschool in de buurt. Werkgever heeft enkel met deze werkzaamheden ingestemd.

In juli 2022 geeft werkneemster aan werkgever te kennen afstand van haar werk nodig te hebben en vervolgens meldt zij zich ziek. Uit de rapportage van de bedrijfsarts volgt dat werkneemster niet in staat wordt geacht om enige vorm van werkzaamheden te verrichten. Het verrichten van eigen of passend werk zal het herstelproces en de re-integratie van werkneemster niet ten goede komen. In diezelfde maand wordt aan de locatiemanager van de vestiging waar werkneemster werkzaam is medegedeeld dat de zieke werkneemster zich als zzp’er heeft aangeboden bij een vergelijkbaar bedrijf. Zij heeft dit bericht vervolgens doorgegeven aan de Raad van Bestuur. Omdat werkneemster momenteel met vakantie is, besluit werkgever de confrontatie uit te stellen tot na haar verlof.

Een maand later wordt werkneemster op staande voet ontslagen. Volgens werkgever bestaan er voldoende redenen voor een ontslag op staande voet. Werkneemster verricht gedurende een langere periode nevenwerkzaamheden terwijl dit wordt verboden in de arbeidsovereenkomst. Daarbij zette  werkneemster de werkzaamheden voort nadat ze volledig arbeidsongeschikt werd bevonden in haar functie. Het negatieve advies van de bedrijfsarts werd aldus door werkneemster genegeerd.  Werkneemster is van mening dat er geen sprake is van een dringende rede en protesteert tegen het ontslag op staande voet. Volgens haar is het ontslag onterecht gegeven en wordt er ernstig verwijtbaar gehandeld door de werkgever.

Is er sprake van een rechtsgeldig ontslag op staande voet?
Voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet moet er sprake zijn van een onverwijlde opzegging wegens een dringende reden. Bovendien moet die reden onverwijld aan de betreffende werknemer zijn medegedeeld.

De kantonrechter is van oordeel dat het verrichten van nevenwerkzaamheden een dringende reden voor ontslag oplevert. Het moet voor werkneemster duidelijk zijn geweest dat het uitvoeren van enige nevenwerkzaamheden verboden was. Daarbij kan er, vanwege de omvang en de aard van de werkzaamheden die werden uitgevoerd tijdens ziekte, worden gesproken van ernstige verwijtbaarheid.

Het inkomen dat werkneemster genereerde met de werkzaamheden als zzp’er was immers ongeveer gelijk aan het inkomen uit het fulltime dienstverband bij werkgeefster. Echter is de kantonrechter van oordeel dat de periode van meer dan een maand te lang is om van onverwijldheid te kunnen spreken. Doordat werkgever niet direct in actie kwam, houdt het ontslag op staande voet geen stand.

Hoewel er door de kantonrechter is geoordeeld dat er geen sprake is van een onverwijld medegedeeld dringende reden is evenzeer geoordeeld dat er door werkneemster ernstig verwijtbaar wordt gehandeld. Dat betekent dat, ondanks dat het ontslag op staande voet onterecht gegeven is, werkneemster geen aanspraak kan maken op een transitievergoeding of een billijke vergoeding.

Heeft u vragen over nevenwerkzaamheden of arbeidsongeschiktheid neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel 045 560 22 00.