Geboorteakte: geslacht ‘X’

Geboorteakte: geslacht ‘X’

Op 14 mei 2025 deed de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak in een zaak waarin een non-binaire persoon verzocht om verandering van de geslachtsaanduiding op haar geboorteakte van ‘F (vrouwelijk/froulik)’ naar 'X'. De rechtbank oordeelde dat de huidige wetgeving geen ruimte biedt voor een dergelijke wijziging, maar bood toch een oplossing door de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek naar analogie toe te passen.

Wat was het geval?
De verzoekster, een non-binaire persoon, had bij de geboorte de geslachtsaanduiding 'vrouw' gekregen. Echter, deze aanduiding kwam niet overeen met haar genderidentiteit. Verzoekster was al vanaf jonge leeftijd zoekende en worstelde met haar identiteit. In haar puberteit was verzoekster depressief en leed zij aan verslavingen en manieën. Zij had het gevoel dat er iets niet klopte. Door een YouTube-video, die verzoekster in 2024 zag, ontdekte zij dat de term non-binair bestond. Op dat moment werd het voor verzoekster duidelijk dat zij non-binair was. Ze verzocht daarop de rechtbank om de geslachtsaanduiding op haar geboorteakte te wijzigen naar 'X', een aanduiding die in Nederland wordt gebruikt voor personen die zich niet als man of vrouw identificeren.

Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelde vast dat de huidige wetgeving geen mogelijkheid biedt voor het registreren van een non-binaire geslachtsaanduiding. Artikel 1:19d van het Burgerlijk Wetboek voorziet alleen in de mogelijkheid om 'niet vastgesteld' te registreren in gevallen van medische twijfel over het geslacht. Daarnaast bieden de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW de mogelijkheid om de geslachtsaanduiding te wijzigen van ‘vrouw’ naar ‘man’ of van 'man' naar 'vrouw', maar niet naar 'X'. De rechtbank wees ook op de uitspraak van de Hoge Raad van 4 maart 2022 (ECLI:NL:HR:2022:336) waarin de Hoge Raad heeft uitgesproken dat de registratie van 'X' als geslachtsaanduiding niet kan worden gebaseerd op de huidige wetgeving. De Hoge Raad meent daarom dat de rechter in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval moet beslissen.

Oplossing en motivering
Van deze door de Hoge Raad geboden ruimte maakte de rechtbank gebruik. Om tegemoet te komen aan de verzoekster, besloot de rechtbank de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW naar analogie toe te passen. Ze oordeelde dat het ontbreken van een wettelijke regeling om de vermelding van het geslacht op de geboorteakte te wijzigen naar een non-binaire variant, betekent dat het voor non-binaire personen onmogelijk is om hun zelfbeschikkingsrecht uit te oefenen in de vorm van een non-binaire geslachtsregistratie. Dit is volgens de rechtbank een ongeoorloofd onderscheid op basis van geslacht. Daarom besloot de rechtbank het verzoek op dezelfde wijze te behandelen als een verzoek tot wijziging van de geslachtsaanduiding van ‘man’ naar ‘vrouw’ of van ‘vrouw’ naar ‘man’.

Beslissing
Bij een dergelijke wijziging van het in de geboorteakte vermelde geslacht moet een deskundigenverklaring worden overgelegd. Uit die verklaring moet blijken dat de betrokkene de weloverwogen overtuiging heeft een ander geslacht te hebben dan vermeld in de geboorteakte. In dit geval moet de betrokkene dus de overtuiging hebben genderneutraal te zijn. De betrokkene moet zich bewust zijn van de consequenties van de wijziging van de geslachtsaanduiding. Bovendien moet de wens tot wijziging van het in de geboorteakte genoemde geslacht bestendig zijn.

De rechtbank bood verzoekster daarom de gelegenheid om een verklaring van een deskundige over te leggen.

Heeft u vragen of wilt u juridisch advies? Neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde familierechtadvocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl of bel gerust via 045 560 2200. Wij helpen u graag.

Artikel geschreven door: mevrouw mr. Jongen