Verplichte opleiding werknemer?

Verplichte opleiding werknemer?

Per 1 augustus 2022 dient een werkgever op grond van de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden de volledige studiekosten van een werknemer te betalen in het geval sprake is van een noodzakelijke opleiding. Wanneer exact sprake is van een noodzakelijke opleiding heeft de wetgever echter niet toegelicht. De rechtbank Midden-Nederland heeft hier in een recente uitspraak nadere duidelijkheid over geschept. Lees hier het oordeel van de kantonrechter.

Op 1 januari 2021 is een werknemer in dienst getreden bij werkgever. Werkgever verleent diensten op het gebied van accountancy en administratie. Na aanvang van het dienstverband zijn werknemer en werkgever een studieovereenkomst overeengekomen, waarin een terugbetalingsregeling is neergelegd. Kort gezegd staat in de studieovereenkomst dat de studiekosten na drie jaar worden kwijtgescholden.

Werknemer zegt vervolgens zijn dienstverband op per 1 september 2022. Werknemer is aldus binnen drie jaar na aanvang van het dienstverband uit dienst getreden. Werkgever heeft vervolgens werknemer verzocht om de studiekosten terug te betalen. Naar mening van werknemer was hij hiertoe niet gehouden. Werknemer stelde zich op het standpunt dat het een noodzakelijke opleiding betrof en het studiekostenbeding aldus nietig is. Volgens werknemer werd hij aangenomen met de bedoeling (in de toekomst) als registeraccountant werkzaamheden voor werkgever te gaan verrichten. De betreffende opleiding zou in dat kader noodzakelijk zijn geweest.

Werkgever heeft betwist dat werknemer zou zijn aangenomen met de bedoeling als registeraccountant te gaan werken. De opleiding zou dan ook niet noodzakelijk zijn. Het had weliswaar in de rede gelegen dat werknemer op termijn als registeraccountant zou gaan werken, maar daarover zijn geen afspraken gemaakt. De opleiding heeft verder ook geen rol gespeeld bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst voor de functie van werknemer. De opleiding waarvoor de studieovereenkomst is aangegaan, was evenmin noodzakelijk voor het werk van werknemer waarvoor hij is aangenomen. Andere werknemers verrichten bijvoorbeeld dezelfde werkzaamheden zonder deze opleiding.

De kantonrechter volgt werkgever in zijn verhaal en is aldus van oordeel dat de opleiding niet had te gelden als een opleiding die noodzakelijk was voor de functie van werknemer. Een opleiding als ‘opstapje’ naar een nieuwe functie heeft in beginsel aldus niet te gelden als een verplichte opleiding.

Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande of heeft u andere vragen over het studiekostenbeding, neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 – 560 22 00.