Een werkgever is verplicht om een ‘oproepkracht’ schriftelijk of elektronisch een aanbod te doen voor een vaste urenomvang. Een mondeling aanbod is dus niet rechtsgeldig, zo oordeelde de kantonrechter Maastricht in onderhavige kwestie.
Werkneemster is op 6 maart 2017 in dienst getreden als ‘oproepmedewerkster’ bij werkgever. Gedurende het jaar 2019 is werkneemster gemiddeld 17,72 uur per week werkzaam geweest voor werkgever.
Als gevolg van de uitbraak van het coronavirus en de bijbehorende maatregelen wordt werkneemster enige tijd niet opgeroepen. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat werkgever ten onrechte heeft nagelaten om haar een aanbod te doen voor een vaste urenomvang. Werkneemster vordert onder meer haar maandsalaris vanaf februari 2020 op basis van haar gemiddelde arbeidsduur.
In geval van een oproepovereenkomst als bedoeld in artikel 7:628a lid 9 BW is een werkgever verplicht om krachtens lid 5 van dit artikel een aanbod te doen voor een vaste urenomvang. Dit aanbod dient steeds als de arbeidsovereenkomst 12 maanden heeft geduurd binnen een maand schriftelijk of elektronisch plaats te vinden en moet in beginsel ten minste gelijk zijn aan de gemiddelde omvang van de arbeid in de voorafgaande periode van 12 maanden.
De kantonrechter oordeelt in onderhavige kwestie dat werkgever niet heeft voldaan aan de vereisten van lid 5 van artikel 7:628a BW. De werkgever heeft nagelaten om tijdig schriftelijk of elektronisch een aanbod te doen voor een vaste urenomvang. Derhalve wordt werkgever onder meer veroordeeld tot betaling van het loon dat werkneemster verdiend zou hebben op basis van haar gemiddelde arbeidsomvang in de voorafgaande 12 maanden.
Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande, neem dan vrijblijvend contact met onze arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 – 560 22 00.
Klik hier voor onze Sijben & Partners Academy.