De Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) besloot om een turncoach van het damesteam niet mee te nemen naar de Olympische Spelen. Dit naar aanleiding van het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag van de turncoach. De turnbond hoopt rust en duidelijkheid te creëren door de turncoach thuis te laten. Volgens de turncoach was deze beslissing in strijd met zijn arbeidsvoorwaarden en de norm van goed werkgeverschap. De turncoach spande een kort geding aan om af te dwingen dat hij alsnog wordt meegenomen naar de Olympische Spelen. In eerste aanleg won de turncoach, maar in hoger beroep trok hij aan het kortste eind.
De KNGU heeft op 9 april 2021 aan de turncoach medegedeeld dat hij geen deel uitmaakt van het begeleidingsteam Turnen Dames dat deelneemt aan de Olympische Spelen in Tokio. De turncoach was het hier niet mee eens en stelde zich op het standpunt dat de KNGU hem toe moest laten tot het begeleidingsteam op grond van zijn arbeidsovereenkomst en de daarbij gevoegde functiebeschrijving.
De kantonrechter in kort geding oordeelde dat partijen in de arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen dat de turncoach lid is van het begeleidingsteam op grote sportevenementen en dus ook op de Olympische Spelen 2021 in Tokio. Vervolgens diende de vraag te worden beantwoord of de KNGU verplicht is om de turncoach te werk te stellen in het kader van goed werkgeverschap. Naar oordeel van de kantonrechter onderbouwde de KNGU onvoldoende dat zij een redelijke grond heeft die zwaarwegend genoeg is om de turncoach niet voor te dragen als lid van het begeleidingsteam op de Olympische Spelen in Tokio. De mediastorm waar de KNGU voor vreesde als de turncoach mee zou gaan naar de Olympische Spelen was immers ook niet opgestoken tijdens het Europees Kampioenschap eind april 2021, waar de turncoach bij betrokken was.
De KNGU is vervolgens in hoger beroep gegaan. Het hof heeft de KNGU in het gelijk gesteld. Het hof is in de eerste plaats, anders dan de kantonrechter, van oordeel dat de arbeidsovereenkomst geen recht geeft op deelname aan het begeleidingsteam. In de arbeidsovereenkomst staat dat de turncoach lid is van het begeleidingsteam voor grote evenementen. Hieruit volgt volgens het hof niet dat de turncoach het recht heeft om altijd als begeleider mee te gaan naar grote evenementen. Dit blijkt eens te meer, nu de KNGU de zeggenschap heeft over de samenstelling van het begeleidingsteam en de KNGU veel meer coaches in dienst heeft met dezelfde functieomschrijving. Het is niet werkbaar en realistisch, ook gelet op het beperkt aantal accreditaties tijdens de coronapandemie, dat al deze coaches recht hebben op deelname in een begeleidingsteam. Vervolgens overweegt het hof dat het besluit om de turncoach buiten het team te laten in redelijkheid is genomen. Hierbij wordt met name van belang geacht dat de KNGU als werkgever en vereniging, die verantwoordelijk is voor (onder meer) het topsportbeleid, de nodige vrijheid heeft om haar eigen beleidsafwegingen en -keuzes te maken. Volgens het hof wordt niet in strijd gehandeld met de norm van goed werkgeverschap.
Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande, neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 – 560 22 00.