Transitievergoeding ondanks ontslag op staande voet

Transitievergoeding ondanks ontslag op staande voet

Werkneemster wordt op staande voet ontslagen wegens het stelselmatig meenemen van boodschappen zonder te betalen, maar werkneemster ontvangt wel transitievergoeding. Lees hieronder de overweging van het hof.

Werkneemster is op 25 oktober 1999 bij werkgever in dienst getreden in de functie van verkoopmedewerkster. Op 8 september 2020 heeft werkgever met werkneemster een gesprek gevoerd over het niet afrekenen van boodschappen op 5 september 2020. Werkneemster heeft toen verklaard vaker boodschappen niet af te rekenen. Ze plaatste een boodschappentas in het karretje, met daarin een kartonnetje. Onder dat kartonnetje werden boodschappen gelegd die vervolgens werden afgedekt met het kartonnetje. Daar bovenop werden andere boodschappen gelegd die wel werden afgerekend; de boodschappen onder het kartonnetje betaalde werkneemster niet. Zij zou dit al anderhalf jaar doen en het zou wekelijks gaan om een bedrag van € 80,-.  

De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Door herhaaldelijk en gedurende langere tijd boodschappen mee te nemen zonder deze af te rekenen, is werkneemster het vertrouwen van werkgever onwaardig geworden. Voorts oordeelde de kantonrechter dat het handelen van werkneemster als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Om die reden werd geen transitievergoeding toegekend aan werkneemster.

In hoger beroep oordeelt het hof, net als de kantonrechter, dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Het niet toekennen van de transitievergoeding acht het hof in onderhavige kwestie echter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Daartoe is volgens het hof redengevend dat werkneemster ten tijde van het ontslag op staande voet 63 jaar oud was, ze altijd goed heeft gefunctioneerd en een gewaardeerde collega was. De kansen voor werkneemster op de arbeidsmarkt zijn verder zeer gering gelet op haar beperkte opleiding, haar eenzijdige werkervaring, hoge leeftijd en haar fysieke en mentale beperkingen. Daar komt bij, zo overweegt het hof, dat werkneemster te kampen heeft met slechte financiële omstandigheden door de verkoop van haar woning, het kleine pensioen van haar man en het feit dat zij geen inkomen en WW-uitkering meer heeft door het ontslag op staande voet. Bovendien is gebleken dat werkneemster oprecht spijt heeft van haar handelen en zich hiervoor schaamt. Dit gehele samenstel van factoren maakt dat het hof besluit om over te gaan tot toekenning van de gehele transitievergoeding ter hoogte van € 10.361,41 bruto.

Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande, neem dan vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten arbeidsrecht via info@sijbenpartners.nl