Op 1 januari van dit jaar is de nieuwe Wet Homologatie Onderhands Akkoord, oftewel de WHOA in werking getreden. De nieuwe wet is in het leven geroepen om er voor te zorgen dat bedrijven met hoge schulden niet failliet worden verklaard indien zij “levensvatbare” bedrijfsactiviteiten ontplooien. Op 19 februari jl. heeft de rechtbank Noord-Holland voor het eerst een uitspraak gedaan op basis van deze wet.
Vóór de inwerkingtreding van de WHOA kon er alleen maar een akkoord over een schuldenregeling worden bereikt indien alle schuldeisers met het akkoord instemden. Indien 1 schuldeiser niet instemde met het akkoord, oftewel niet akkoord ging met de schuldenregeling, dan werd het bedrijf failliet verklaard. Op grond van de nieuwe WHOA kan een onderneming de rechter verzoeken een gehomologeerd akkoord te geven, met andere woorden: vervangende toestemming te verlenen om een kortings- of betalingsregeling af te dwingen met één of meerdere schuldeisers. Op deze manier wordt getracht een storm van faillissementen te voorkomen, mede in het kader van de huidige coronacrisis.
Uiteraard dient het bedrijf eerst een aantal stappen te ondernemen vooraleer zij een akkoord door de rechter kan laten bekrachtigen dan wel afdwingen. Het bedrijf zal afspraken moeten maken met alle schuldeisers en deze afspraken neerleggen in een conceptakkoord. In dit akkoord dient tevens een overzicht te worden opgenomen waarin schuldeisers zijn ingedeeld in klassen. Per klasse wordt een bepaalde schuldenregeling getroffen. Van belang is namelijk dat het bedrijf een compleet en helder dossier aanlevert waardoor het voor de rechter meteen duidelijk is hoe tot een bepaalde berekening en de daarop gebaseerde beslissing(en) is gekomen. Het conceptakkoord kan dan vervolgens worden bevestigd door de rechter waardoor het akkoord bindende kracht krijgt. De bevestiging van de rechter wordt “homologatie” genoemd, vandaar de Wet Homologatie Onderhands Akkoord.
Het bedrijf in bovenvermelde kwestie betrof een onderneming die werkzaam was in de evenementenbranche. Het bedrijf was een winstgevend bedrijf doch zag zijn schulden snel oplopen sinds de coronacrisis. Om de schulden te kunnen inperken, had het bedrijf na een grote reorganisatie en het opzeggen van huur- en leasecontracten getracht met alle schuldeisers tot een akkoord te komen. De meeste schuldeisers gingen akkoord met een kortings- of betalingsregeling, maar niet allemaal. Volgens de weigerende schuldeisers zouden zij beter af zijn bij een vereffening van het vermogen van het bedrijf in faillissement. De rechtbank volgde dit verweer van de schuldeisers niet. De schuldeisers moesten genoegen nemen met de afgesproken schuldenregeling zoals opgenomen in het akkoord.
Dreigt u als onderneming failliet te worden verklaard en wenst u zich te beroepen op de nieuwe wet, of heeft u andere vragen naar aanleiding van bovenstaande? Neem vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde advocaten van Sijben & Partners Advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045-560 22 00.