Stilzwijgende voortzetting arbeidsovereenkomst?

Stilzwijgende voortzetting arbeidsovereenkomst?

Werkgever deelt werknemer mee dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. De werknemer wordt vervolgens na afloop van de arbeidsovereenkomst wel nog ingeroosterd. De werknemer voert de werkzaamheden die zijn ingeroosterd uit en stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend is verlengd. Lees hier het oordeel van de rechter.

Werknemer is sinds 17 september 2019 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst bij werkgever in de functie van beveiliger. Bij e-mail van 14 januari 2020 laat de leidinggevende van werknemer weten dat zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt omgezet in een vast dienstverband. Op 22 januari 2020 wordt door de vestigingsdirecteur vervolgens bevestigd richting de werknemer dat de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd en van rechtswege eindigt per 17 september 2020.

Op 3 augustus 2020 ontvangt werknemer het tweewekelijkse werkrooster voor de periode van 7 september tot en met 20 september 2020. Werknemer is volgens dat rooster ingepland op 17 en 18 september 2020. Conform rooster werkt werknemer op 17 en 18 september 2020 en stelt zich hierna op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend is verlengd, daar de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd per 17 september 2020 was geëindigd. De eerdere aanzegging staat hieraan niet in de weg volgens de werknemer.

De werkgever gaf aan dat de inroostering berustte op een misverstand en dat geen sprake is van een stilzwijgende verlenging van de arbeidsovereenkomst. De werknemer stapte vervolgens naar de rechter.

Naar oordeel van de rechter is in deze kwestie geen sprake van een stilzwijgende verlenging van het dienstverband. De rechter verwijst naar de duidelijke bewoordingen in de e-mails van 14 januari 2020 en 22 januari 2020 zijdens de werkgever waarin duidelijk kenbaar werd gemaakt dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet. Werkgever heeft aldus voldaan aan zijn aanzegverplichting.

Voorts was de inroostering en het dientengevolge werken op 17 en 18 september 2020 naar oordeel van de rechter niet voldoende om de gerechtvaardigde verwachting te ontlenen dat werkgever de arbeidsovereenkomst zou willen voortzetten. Daarbij wordt meegewogen dat werknemer op 14 augustus 2020 het werkrooster ontving voor de periode van 21 september 2020 tot en met 4 oktober 2020 en daarin achter de naam van werknemer stond vermeld: ‘Uit dienst’. De inroostering op 17 en 18 september 2020 berustte aldus op een communicatiefout. De arbeidsovereenkomst van werknemer is niet stilzwijgend verlengd.

Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande of andere vragen met betrekking tot de beëindiging van een arbeidsovereenkomst, neem dan vrijblijvend contact op met onze arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045-560 22 00.