Recht op thuiswerken tijdens coronacrisis?

Recht op thuiswerken tijdens coronacrisis?

Het overheidsadvies tijdens de coronacrisis luidt om zoveel mogelijk thuis te werken. Leidt dit dan ook tot een recht voor de werknemer om thuis te werken? De kantonrechter oordeelde in onderhavige kwestie van niet.

Een werkneemster van een keukenbedrijf ontving op 15 maart 2020 van de directie een bericht dat in verband met het coronavirus tot nader order thuis zou worden gewerkt. Op 11 april stuurde werkgever een WhatsAppbericht naar werkneemster met daarin het verzoek om de werkzaamheden weer op kantoor te hervatten. Werkneemster verscheen op 14 april op kantoor en stuurde diezelfde dag een e-mail naar werkgever waarin ze om toestemming vroeg om thuis te werken. Werkgever verleende deze toestemming, onder voorbehoud dat werkneemster naar kantoor moest komen indien noodzakelijk.

Op 6 mei werden vervolgens alle werknemers door werkgever verzocht om weer op kantoor te komen werken. De werkgever liet weten dat voldoende maatregelen zijn getroffen om iedereen veilig te kunnen laten werken. De betreffende werkneemster stuurde op 7 mei een e-mail naar haar werkgever. Hierin verwees zij naar het advies van de overheid om tot september thuis te werken.

Werkneemster beroept zich primair op de Wet flexibel werken. Op grond van deze wet is zij van mening dat zij toestemming heeft gekregen om thuis te werken. Subsidiair is zij van oordeel dat haar arbeidsplaats tot 1 september 2020 is gewijzigd, in die zin dat zij tot dan thuis mag werken.

De kantonrechter oordeelt dat de primaire vordering op grond van artikel 2 lid 16 van de Wet flexibel werken zal stranden aangezien werkgever  minder dan tien werknemers heeft.

De subsidiaire vordering wordt eveneens afgewezen.

Naar oordeel van de kantonrechter heeft de werkgever voldoende naar voren gebracht dat men in verband met de coronacrisis meerdere maatregelen heeft genomen om een veilige werkplek te waarborgen. Werkgever heeft uitgelegd dat het nodig is, zeker in deze economische spannende tijd voor werkgever, dat werknemers aanwezig zijn op de werkplek. Gelet op de werkdruk bij de twee directe collega’s van werkneemster, kunnen de werkzaamheden van werkneemster niet alleen aan hen worden overgedragen.

De kantonrechter oordeelt dat het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis werken niet leidt tot een recht op thuis werken. Het standpunt van werkneemster dat het overheidsadvies de instructiebevoegdheid van werkgever inperkt en/of op grond van redelijkheid en billijkheid zonder meer door een goed werkgever moet worden gevolgd, houdt geen stand.   

Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande, neem dan vrijblijvend contact met ons op via https://www.sijbenpartners.nl/contact