Eenzijdig wijzigen reiskostenvergoeding?

Eenzijdig wijzigen reiskostenvergoeding?

Naar aanleiding van een cao-wijziging wordt de reiskostenregeling in de arbeidsovereenkomst middels een eenzijdige wijziging ten nadele van een werknemer gewijzigd. Heeft de werknemer recht op de overeengekomen reiskostenvergoeding uit de arbeidsovereenkomst of mag de werkgever de ongunstigere reiskostenregeling uit de cao toepassen?

Sinds zijn indiensttreding in 2017 wordt aan een werknemer bovenop zijn salaris een vast bedrag per maand aan reiskostenvergoeding toegekend. In de arbeidsovereenkomst wordt vermeld dat de bepalingen uit de cao Vlees op de werknemer van toepassing zijn. De toepasselijke cao bevat geen reiskostenregeling. In de individuele arbeidsovereenkomst van de werknemer is aan de werknemer echter een reiskostenvergoeding toegekend ter hoogte van een bedrag van €160,77 netto per maand. Sinds 2020 is de cao Vlees vervangen door de cao Slagers. De nieuwe cao bevat een reiskostenregeling die voor de werknemer minder gunstig is dan de vergoeding die hij tot nu toe ontving aan reiskosten.

In de arbeidsovereenkomst is voorts een eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen waarin wordt bepaald dat de arbeidsovereenkomst eenzijdig mag worden gewijzigd indien de organisatie daar een zwaarwichtig belang bij heeft. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake is van een zwaarwegend bedrijfsbelang en dat de reiskostenvergoeding om die reden niet ten nadele van de werknemer mag worden gewijzigd.

De werkgever kan zich daar echter niet in vinden en gaat in hoger beroep bij het hof. Volgens de werkgever kan de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden wél worden aangemerkt als een zwaarwichtig belang voor het wijzigen van de vergoeding.

Zwaarwegend bedrijfsbelang

Een eenzijdig wijzigingsbeding kan slechts worden ingeroepen indien de betreffende wijziging een zodanig zwaarwichtig belang heeft, dat het belang van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Artikel 7:613 van het Burgerlijk Wetboek ziet toe op situaties waarbij werkgevers zich kunnen beroepen op een eenzijdig wijzigingsbeding. Bij de toepassing van dit artikel gaat het om een belangenafweging waarbij geldt dat een arbeidsovereenkomst enkel ten nadele van de werknemer kan worden gewijzigd indien voldoende zwaarwegende belangen aan de zijde van de werkgever dit rechtvaardigen.

Naar oordeel van het hof hoeft het belang van de werknemer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet te wijken voor de belangen van de werkgever. De door de werkgever gevoelde noodzaak tot het aanbieden van eenduidige arbeidsvoorwaarden kan niet worden aangemerkt als een zodanig zwaarwichtig belang dat de organisatie daarin voldoende reden had om wijzigingen door te voeren ten nadele van de individuele afspraken met de werknemer. Door de kantonrechter werd reeds geoordeeld dat de toepasselijke cao een minimum-cao is, waarvan slechts in het voordeel van de werknemer mag worden afgeweken. Het hof volgt het oordeel van de kantonrechter en het bestreden vonnis blijft in stand. Er is geen sprake van een zwaarwichtig bedrijfsbelang en de reiskostenvergoeding mag op grond van het eenzijdig wijzigingsbeding niet ten nadele van de werknemer worden gewijzigd.  

Heeft u vragen over het wijzigen van arbeidsvoorwaarden of het toepassen ven cao-bepalingen, neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel 045-5602200.