Schorsing van het concurrentiebeding of een boete van € 20.000,-?

Schorsing van het concurrentiebeding of een boete van € 20.000,-?

Een werknemer handelt nadat hij uit dienst treedt in strijd met het concurrentiebeding. De werknemer verzoekt bij de rechter schorsing van het concurrentiebeding. Enerzijds bestaat het belang van de werkgever tot handhaving van het verbod, anderzijds staat het belang van de werknemer bij schorsing van het concurrentiebeding. Welk belang weegt zwaarder? Lees hier verder.

Een werknemer was al meer dan twintig jaar werkzaam als commercieel administratief medewerker bij een bedrijf dat is gespecialiseerd in verhuur van machines. In de arbeidsovereenkomst van  werknemer zijn partijen een concurrentiebeding overeengekomen. Het concurrentiebeding verbiedt werknemer om binnen één jaar na afloop van de arbeidsovereenkomst in dienst te treden bij een concurrent van werkgever binnen dezelfde regio.

Op enig moment geeft werknemer aan dat hij wil wisselen van baan en dat hij bij een concurrent in dienst wil treden. Werkgever geeft aan dat dit niet mag en wijst werknemer op het geldende concurrentiebeding. Daarbij merkt werkgever op dat er aan werknemer een boete zal worden opgelegd bij overtreding van het concurrentiebeding. Werknemer besluit desondanks de overstap te maken naar de concurrent. Naar aanleiding daarvan legt werkgever werknemer een boete op van    € 19.253,- wegens overtreding van het concurrentiebeding. Werknemer is het daar niet mee eens en start een procedure.

In de procedure vordert werknemer dat het concurrentiebeding wordt geschorst. Werknemer stelt zich op het standpunt dat handhaving van het concurrentiebeding leidt tot onredelijke benadeling voor werknemer en dat de gevorderde boete onrechtmatig is. Volgens werkgever handelt  werknemer in strijd met het concurrentiebeding en stelt zich op het standpunt dat daarom de boete opgelegd mag worden.

De kantonrechter weegt de belangen van werknemer en werkgever tegen elkaar af. Enerzijds heeft werknemer belang bij het aangaan van een nieuw dienstverband vanwege de betere arbeidsvoorwaarden en een afnemende reisafstand, anderzijds heeft werkgever belang bij het tegengaan van verspreiding van bedrijfsinformatie. De kantonrechter komt tot oordeel dat het belang van werkgever zwaarder weegt dan het belang van werknemer. Voor werknemer zouden er voldoende andere opties zijn, bijvoorbeeld het in dienst treden bij een concurrent buiten de regio van werkgever. De kantonrechter is van oordeel dat werknemer in die situatie alsnog een verbetering van arbeidsvoorwaarden kan krijgen. De vordering van werknemer wordt afgewezen.

Heeft u vragen over het concurrentie- en/of relatiebeding, neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 – 560 22 00.