De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een werkgever op grond van ´goed werkgeverschap´ een werknemer niet in een ´slapend dienstverband´ mag houden om de betaling van de transitievergoeding te ontlopen. Houdt dit ook in dat de werkgever een informatieplicht heeft om werknemers met een ´slapend dienstverband´ te informeren over de mogelijkheden tot beëindiging daarvan onder uitbetaling van de transitievergoeding
Een werknemer en werkgever waren in onderhavige kwestie in conflict geraakt over de informatieplicht van de werkgever betreffende de transitievergoeding. De werknemer was reeds twee jaar ziek geweest als gevolg van arbeidsongeschiktheid. Tevens waren er geen re-integratiemogelijkheden meer. Het dienstverband van de werknemer kon aldus worden gekwalificeerd als slapend dienstverband.
Begin 2019 had de werknemer bij de werkgever gevraagd naar de eindafrekening bij het einde van zijn dienstverband. De werkgever liet hierop weten dat de eindafrekening pas aan de orde is als hij uit dienst treedt. In verband met het bereiken van de AOW-leeftijd is het dienstverband van de werknemer per 19 november 2019 van rechtswege geëindigd.
Op 19 november 2019, het dienstverband was toen dus al beëindigd, ontving de werkgever een brief van de gemachtigde van de werknemer waarin werknemer de werkgever sommeerde om mee te werken aan de beëindiging van het dienstverband onder uitbetaling van de transitievergoeding. Deze brief was op 18 november 2019 verstuurd en ook op die dag per e-mail verzonden naar werkgever. Werkgever stelt zich op het standpunt dat het dienstverband reeds op 19 november 2018 was geëindigd en nu werknemer voor die tijd geen aanspraak heeft gemaakt op de transitievergoeding, meent werkgever niet over hoeven te gaan tot betaling van de transitievergoeding.
De rechter oordeelt in onderhavige kwestie als volgt:
Uit de uitspraak van de Hoge Raad over de beëindiging van het slapende dienstverband onder toekenning van de transitievergoeding vloeit geen algemene informatieplicht voort die met zich meebrengt dat werkgevers gehouden zijn om hun werknemers met een slapend dienstverband te informeren over de mogelijkheden tot beëindiging daarvan onder uitbetaling van de transitievergoeding. De werknemer vroeg in deze casus echter tijdig, begin 2019, naar de eindafrekening. Naar oordeel van de rechter had de werkgever bij zijn werknemer actief moeten navragen waar hij op doelde en of dit dus ook uitbetaling van de transitievergoeding betrof. Nu de werknemer verzocht om zijn eindafrekening en één dag voor zijn pensionering (en dus tijdig) verzocht om de transitievergoeding, dient de werkgever alsnog een schadevergoeding te betalen ter hoogte van de transitievergoeding. De werkgever had verzaakt in zijn informatieplicht.
Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande, neem dan vrijblijvend contact met onze arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 – 560 22 00. Klik hier voor activiteiten van ons kantoor.