Tijdens een overleg via Teams heeft de werkgever aan werknemer medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zal worden verlengd. De werknemer stelde zich vervolgens op het standpunt dat de werkgever niet heeft voldaan aan de schriftelijke aanzegplicht. Derhalve vorderde werknemer de zogenaamde aanzegvergoeding. De kantonrechter stelde de werknemer in onderhavige kwestie in het gelijk en veroordeelde de werkgever tot betaling van de aanzegvergoeding.
Als een werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft en de werkgever besluit om deze overeenkomst niet te verlengen, dan dient de werkgever op grond van artikel 7:668 lid 1 sub a BW uiterlijk één maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt de werknemer schriftelijk te informeren over het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De ratio achter de aanzegplicht is dat een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet tot het einde van de arbeidsovereenkomst in onzekerheid wordt gelaten over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst na ommekomst van de overeengekomen duur. Indien een werkgever de aanzegverplichting in het geheel niet nakomt, dan is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het loon voor één maand.
In deze zaak was de werknemer op 6 januari 2020 op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar in dienst getreden bij de werkgever. De intentie was om de arbeidsovereenkomst na een jaar om te zetten in een vast dienstverband. Of een dergelijke omzetting zou plaatsvinden, zou na circa 9 tot 10 maanden worden besproken.
Tijdens een Teamsoverleg heeft de werkgever op 30 oktober 2020 – aldus ruim 2 maanden vóór einde dienstverband - aan de werknemer medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zal worden verlengd. Werknemer stelt zich vervolgens op het standpunt dat werkgever niet schriftelijk heeft aangezegd en verzocht werkgever om de aanzegvergoeding te betalen.
De kantonrechter is in deze kwestie van oordeel dat de werkgever niet heeft voldaan aan de aanzegverplichting. Tussen partijen staat weliswaar niet ter discussie dat aan de werknemer mondeling kenbaar is gemaakt dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zou worden verlengd, maar de werkgever heeft dit niet schriftelijk gedaan. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vindt de kantonrechter het in casu aanvaardbaar dat aanspraak wordt gemaakt op de aanzegvergoeding. De kantonrechter veroordeelt de werkgever tot betaling van de aanzegvergoeding aan werknemer.
Heeft u vragen over de aanzegplicht of heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande, neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@sijbenpartners.nl dan wel via 045 – 560 22 00.